Terso - Reisverslag uit Bangkok, Thailand van Marie Vandendriessche - WaarBenJij.nu Terso - Reisverslag uit Bangkok, Thailand van Marie Vandendriessche - WaarBenJij.nu

Terso

Door: Marie

Blijf op de hoogte en volg Marie

15 September 2011 | Thailand, Bangkok

Vraag je aan een Nepalees hoe de weg is tussen X en Y, antwoordt die in 90% van de gevallen: “# uur, terso.” Terso, letterlijk vertaald, betekent plat. Maar als je even intercultureel vertaalt, leer je snel dat ‘plat’ voor een Nepalees niet hetzelfde betekent als voor een westerling. Zolang de hellingsgraad niet boven de 15% ligt en zolang de hele weg niet uit steile trappen bestaat, vindt een Nepalees de weg ‘terso’, oftewel plat.

Maar als je gaat trekken in de Himalaya’s, zijn het niet enkel woorden die kunnen bedriegen. Je leert snel dat ook cijfers (op kaarten, bijvoorbeeld) misleidend kunnen zijn. Bijvoorbeeld: op dag 2 lees je ’s morgens dat je gaat klimmen van 1900m (in Ghandruk) naar 2300m (in Simula) – 400 meter verticaal op een dag, da’s niet zo moeilijk, toch? Maar: dan komt het moment waarop de zon hoog genoeg klimt zodat de groene bergflanken uit de schaduw treden... en zie je dat het volgende dorpje inderdaad maar 100m hoger ligt, maar wel aan de andere kant van een diepe vallei.

Ja, het dorp ligt letterlijk op de afstand van een steenworp, maar om er te geraken, moet je wel eerst 700m afdalen om de rivier over te steken, en dan 800m weer naar boven klimmen. Een tweetal uur later sta je, goed uitgeput, 100 meter hoger dan ervoor, en kijk je moe maar tevreden achterom naar het dorpje van waaruit je die ochtend vertrokken bent. En dan... kijk je weer vooruit. En zie je het volgende dorpje... dat weeral aan de overkant van een diepe vallei ligt, zonder brug. Ja, dan liggen er toch wel een paar scheldwoorden op het tipje van de tong.

En toch is het allemaal de moeite waard, meer dan de moeite waard. Elke keer dat je weer even uitrust bij een gasthuis met je voetjes omhoog en een tas chiya (thee) drinkt, valt de vorige etappe van je af. Je kijkt om je heen, en kunt niet anders dan gelukkig zijn. Het terrein is prachtig, de watervallen machtig. De ezels die tot in Chomrong als vervoersmiddel dienen zijn geweldig (maar stinken wel uren in de wind), de geitjes te schattig voor woorden. Overal langs het pad schitteren de mooiste bergbloemen tussen het overweldigende groen. En de mensen - vooral van de Gurungstam - zijn fascinerend, zeker als je Nepalese reispartner hun soms erg grappig commentaren vertaalt. Hun levenswijze is bijna exact dezelfde als honderd jaar geleden!

Zo heeft het dorpje Ghandruk, waar we de eerste nacht verbleven, mijn hart helemaal gestolen. Het kleine dorp is nog onaangeraakt door moderniteit. De buffels verblijven er onder de huizen en de kindjes spelen in de kleine straatjes terwijl hun grootmoeders en moeders maïskolven klaarmaken en drogen voor de winter. Het was zo geweldig om met Ajaya in hun huis uitgenodigd te worden. Je komt er wel als gerookt vlees buiten, want schoorstenen zijn er niet, en koken doen ze in de ene gemeenschappelijke ruimte waar ze slapen, eten en leven. Maar hun levenswijze is zo mooi, zo simpel, zo puur.

Alleen... bestaat dat dorpje binnen tien jaar waarschijnlijk niet meer, in die vorm dan toch. Een van de oudere vrouwen vertelde ons, terwijl ze met haar maïs bezig was onder haar afdak, dat er binnenkort een weg voor gemotoriseerde voertuigen tot in het dorp zal komen. Zij was overgelukkig en kon haast niet meer wachten, omdat ezels als vervoersmiddel toch wel hun limieten hebben. Wat ze zich waarschijnlijk niet kon voorstellen, zijn de effecten van een weg op het dorp. Dat de toeristen zullen wegblijven (zij zullen Ghandruk overslagen, en beginnen trekken vanaf het einde van de weg), zou ze niet zo erg vinden. Maar het einde van een levenswijze, dat was haar minder duidelijk. Ik werd er even heel nostalgisch van, die avond.

Vanaf Ghandruk (dag 1) verlieten we geleidelijk aan de bewoonde wereld. Vanaf Chomrong (dag 2) waren er geen echte dorpen meer, alleen kleine verzamelingen gasthuizen voor de trekkers. Ook de ezels bleven na Chomrong weg. Maar de bergen, die kwamen steeds dichterbij. De besneeuwde toppen die intens schitteren in de ochtendzon en die ’s nachts het maanlicht zo mysterieus weerkaatsen, werden steeds groter, en wij zochten onze weg door de vallei tot in het hart van de Annapurna bergketen.

Toen we op dag 5 (een dagje later dan gepland, omdat ik op de derde dag met flinke koorts was opgestaan en die dag dus maar traagjes vorderde) om 5u opstonden in Machhapuchhre Base Camp (MBC), zweefde ik bijna. Ik geloof dat m’n voeten de grond nauwelijks geraakt hebben, tijdens die magische twee uur van 3700 meter tot 4130 meter, Annapurna Base Camp (ABC). De zon die in het begin enkel de topjes van de machtige bergen verlichtte, kwam na een uurtje de vallei met geluk vullen. En hoewel de wolken daarna de vallei omhulden, was het fantastisch om door de spookachtige landschappen vol met chortens (steentorens) te stappen. De volgende ochtend werden we weeral vergast op wolkvrije panorama’s van 360 graden, waarbij we omsingeld waren door de bergen die nog 4 kilometer boven ons uit torenden, en voelde ik me het gelukkigste meisje ter wereld.

Voor de rest ga ik niet veel meer schrijven, want de schoonheid van dat deel van de wereld is niet met woorden te vangen. Toch ga ik nog een paar tips meegeven, voor als je zin heb gekregen om het zelf eens te proberen. De volgende dingen zijn absoluut essentieel om mee te nemen:

1. Een paraplu (chata in het Nepalees) – beschermt je tegen de regen, maar vooral tegen de zon. En af en toe kun je je verbeelding vrij spel geven, en geloven dat je als Mary Poppins door de vallei vliegt.

2. Een pot Nutella – ’s ochtends bij het gurungbrood (Tibetaans gefrituurd brood, smoutebolachtig) of de chapati, of gewoon zomaar – Nutella is onontbeerlijk, zoals altijd en overal anders ter wereld. Verslaafd? Neeeee hoor. Zelfs Ajaya, geen zoetekauw, was snel overtuigd dat Nutella op de essentiële lijst van trekkersbenodigheden moet.

3. Zout (nun, in het Nepalees) – vooral in het regenseizoen ga je zout strooien. Niet omdat de weg ijzig is, nee: omdat er bloedzuigers vrolijk aan je benen bengelen om van je bloed te snoepen. De eerste keer is het nog tof – een levenservaring rijker, niet? Maar als je na een tocht naar de warmwaterbronnen in Jhinu terugkeert met 4 bloedzuigers aan je lijf, wil je de beestjes zo snel mogelijk kwijt. Bovendien jeuken de beetjes veel harder dan muggenbeten, en blijven ze lang staan - ik ben op dit eigenste moment alle moeite van de wereld aan het doen om niet te krabben.


Zo, nu weten jullie dat ik de berg heelhuids ben afgeraakt (allez, buiten de bloedzuigerbeten dan), en kan ik met een gerust hart op het vliegtuig stappen, hier in Bangkok. Bij deze doe ik even de groetjes aan de andere kant van de wereld, vooral aan het Antwerpse en de mensen in de kamer met een goedgevulde kaft...

  • 15 September 2011 - 21:14

    Tom & Co:

    Wat een mooie afsluiter!!!

    Antwerpen kijkt uit naar jouw komst!

    xxx

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Thailand, Bangkok

Marie

Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 217
Totaal aantal bezoekers 63259

Voorgaande reizen:

08 November 2010 - 16 September 2011

Tapagewijs door Azië

29 November 2010 - 09 Juli 2011

Down Under

07 September 2009 - 30 September 2010

Barcelona

17 September 2006 - 12 Februari 2007

Lisboa

04 Oktober 2005 - 16 Februari 2006

Soria

25 Februari 2012 - 30 November -0001

Una vida barcelonesa

Landen bezocht: