Koalakontjes en zo - Reisverslag uit Prospect Hill, Australië van Marie Vandendriessche - WaarBenJij.nu Koalakontjes en zo - Reisverslag uit Prospect Hill, Australië van Marie Vandendriessche - WaarBenJij.nu

Koalakontjes en zo

Door: Marie

Blijf op de hoogte en volg Marie

17 Mei 2011 | Australië, Prospect Hill

Voor ik over koalakontjes en zo begin, moet ik even een bekentenis doen: ik heb deze morgen aan een koe haar tietjes gezeten. Jawel, Marieke is nu echt op de boerderij! Om 7 uur ’s ochtends zaten we met z’n drieën om SP de koe heen, en terwijl zij genoot van een heerlijk graanontbijt, heb ik mijn melktechniek kunnen ontwikkelen. Een halfuurtje later brachten we meer dan 15 (!) liter verse, warme melk de keuken binnen. De eerste vraag toen Ruth, m’n nieuwe wwoofgastvrouw, me kwam ophalen, was dan ook: “Drink jij melk?” En dat doe ik hier, jawel, al krijg ik m’n quotum van 5 liter per dag lang niet op.

Maar ik ben hier nog maar een weekje, en ik moet even terug, naar wat van hieruit een heel andere wereld lijkt: m’n roadtrip met Adrien en Caroline langs de Great Ocean Road.

Toen we (het olijke trio – Adrien, Caroline en ik) onze Wicked kampeerwagen gingen ophalen in de buitenwijken van Melbourne, waren we best benieuwd: geen een van ons drieën had al ooit links gereden! Bovendien wisten we dat het in de bestelwagen manueel schakelen zou worden, m.a.w. met links schakelen. Tegelijkertijd was ik wel al een tijdje gewend aan het links rijden, links de roltrappen nemen, mensen langs links passeren. In die mate zelfs, dat ik de laatste keer dat ik een Amerikaanse film zag, schrok toen ik zag dat ze rechts reden. En jawel hoor, we zijn zonder problemen vertrokken en het voelde zelfs meteen vrij normaal aan (en leuk, na zes maanden niet meer achter het stuur gezeten te hebben!). Alleen de richtingaanwijzers aan de rechterkant van het stuur i.p.v. de linkerkant zorgden voor wat hilariteit: de ruitenwissers hebben we uitvoerig ‘getest’, ook al was er geen druppel regen te bespeuren.

Onze roadtrip hebben we ingezet met een bezoekje aan Woolworth’s, de Australische Delhaize. Met bezoekje bedoel ik niet alleen inkopen doen, neenee: we hebben meteen even onze picknicktafel en kampeerstoelen uitgestald op de parking voor de lunch, want we hadden heel veel honger. Veel verbaasde blikken, terwijl we onze Libanese wraps met tonijn en raketsla opaten. Volgetankt konden we dan vertrekken naar de Great Ocean Road: een spectaculair stuk weg van 250 km ten westen van Melbourne.

Het officiële begin van de route is Torquay, de surfhoofdstad van Australië, waar bekende merken als Rip Curl ontstaan zijn en waar elk jaar de grote Bells Beach surfwedstrijf plaatsvindt. Jammer genoeg hadden we die niet gemist, maar we trokken gelukkig verder, want we kwamen steeds mooiere stranden tegen, en de eerste spectaculaire uitzichten begonnen op te duiken achter elke kronkel van de weg, die tientallen meters boven de oceaan dicht tegen de bergflanken plakt.

Nog gelukkiger werden we toen we op de derde dag ineens moesten remmen... voor een koala! Die had namelijk een leuk plekje gevonden om even uit te rusten: de middenstreep van de Great Ocean Road. Terwijl de Australiërs ongeduldig wachtten in hun wagens tot Meneer de Koala verdertrok en de toeristen (wij) hun camera’s wegstaken, konden wij maar niet ophouden met ‘oe’ en ‘ah’ te zeggen. Op een tweetal meter staan van een wilde koala, best cool. En ik heb een ontdekking gedaan: koala’s hebben serieus schattige kontjes! Waarmee ze ongegeneerd waggelen als ze over de weg lopen.

De derde dag werd pas echt Koaladag toen we Cape Otway National Park inreden, waar samenscholingen auto’s langs de kant van de weg aangaven waar koala’s in de bomen hingen. De beertjes vergastten ons met kunstjes als: tot in de topjes van erg dunne takjes kruipen, en dan moeizaam in achteruit terug naar beneden kruipen, maar ook aan hun harige oortjes krabben en zelfs keuteltjes laten vallen op de hoofdjes van de nietsvermoedende toeristen. We hebben geluk gehad dat we ze zo actief hebben gezien, want koala’s bewegen maar een drietal uur per dag! De rest van de dag en nacht moeten ze slapen, om de giftige stoffen uit hun enige voedselbron (eucalyptusblaadjes) te kunnen verteren. Vreemd toch, hoe de natuur werkt? De koala die ’s avonds op de camping helemaal in een eucalyptusroes boven onze kampeerwagen hing, was dus ook op exact dezelfde plek terug te vinden de volgende ochtend.

Die nacht, op ‘Bimbi Campground’, was een van de enige keren dat we op een camping geslapen hebben. Voor de rest hebben we aan wildkamperen gedaan, wat veel leuker was: buiten koken op het gasvuurtje voor een publiek van grazende kangoeroes, ’s avonds gezellig kaarten in de bestelwagen (het spel van de reis heette ‘Trou du cul’ en was vrij hilarisch, zeker omdat ons kaartspel bestond uit 8 azen, 6 koningen, 8 koninginnen, enz), ’s nachts geen meter voor ogen zien als je even buiten de wagen moest, en ’s morgens opstaan met vanalle vogelgeluiden om je heen. Som keek er ook een kangoeroe toe terwijl ik ’s ochtends tussen de eucalyptusbomen wat ochtendyoga deed om m’n stijve spieren uit te rekken (met z’n drieën achterin een bestelwagen slapen, betekent echt dat je als worstjes in zo’n isomobakje van de supermarkt naast elkaar geplakt ligt).

Ja, het kamperen beviel me wel, maar het slaapgedeelte minder, want pas na vijf van de zes nachten had ik de formule te pakken:

[(4 paar kousen + 1 paar beenwarmers) x 1 fleecetrui om m’n voeten gewikkeld + 2 broeken + (1 topje + 2 t-shirts met lange mouwen + 3 truien + 1 sjaal)] x (1 handdoek in de slaapzak + 1 erbovenop) = Marie die het warm genoeg heeft om te slapen bij temperaturen onder de tien graden

Het was een vrij precieze formule, want 1 laag minder betekende uren liggen te bibberen, wachtend tot de hemel eindelijk wat lichter werd, terwijl 1 laag meer leidde tot het afsnijden van de bloedtoevoer en wakker worden met slapende armen, handen, etc. En ja, maak je maar geen zorgen: er zijn genoeg ‘Michelinmanneke’ (of in ons geval: Madame Bibendum) grappen gemaakt.

Maar ik heb jullie achtergelaten in Cape Otway National Park, en we hadden nog het mooiste stuk van de Great Ocean Road te gaan! Na Cape Otway begint namelijk het bekendste stuk van de weg, waar grote zandstenen torens uit de kolkende oceaan opdoemen terwijl witte golven krachtig hun erosiewerk doen (aan een tempo van 2 centimeter per jaar slijten ze de kliffen weg). De bekendste plek is de ’12 Apostelen’, waar 12 van die torens naast elkaar staan (of stonden, er is er onlangs een ingestort), en waar hele bussen toeristen elke avond de zonsondergang komen bekijken. Maar wij hebben eigenlijk meer genoten van de rotsformaties na de 12 Apostelen, zoals Lord Ard’s Gorge (zie foto’s) en London Bridge.

Die laatste bestond tot 1990 uit 2 aaneengeschakelde bogen die aan het vasteland vasthingen. Bezoekers konden tot aan het uiterste van de tweede boog lopen – tot 15 januari 1990, toen de eerste boog door erosie instortte, en 2 toeristen op het nieuwe eiland in de oceaan achterbleven! Nee, je moet je geen Robinson Crusoe toestanden voorstellen: ze zijn na een paar uur gered door een helikopter – maar sindsdien zijn ze in het nationale park wel voorzichtiger geworden en kan je niet meer zo ver wandelen op de kliffen.

We hebben met spijt in het hart afscheid genomen van de kustlijn, en zijn toen recht naar het noorden gereden, tot in de Grampians, een van de grootste bergketens van Victoria. Jammer genoeg konden we de mooie route door de bergen niet nemen: de weg is heel erg beschadigd geraakt tijdens de overstromingen in januari en is nog altijd niet heropend. Toch zijn we tegen valavond tot in Hall’s Gap geraakt, waar we een paar wandelingen hebben kunnen doen (onder andere door een vallei waar vroeger een klein stroompje vloeide, en die nu helemaal opengescheurd is door het water dat erdoor is geraasd in januari) en waar we helemaal omringd waren door de kangoeroes, die er gewoon grazen in de voortuinen van de dorpelingen.

Heb ik al verteld dat kangoeroes heel erg vreemde beesten zijn? Ergens lijken ze op reuzekonijnen, maar als je ze in een grasveld ziet liggen, zou je kunnen denken dat ze herten zijn. Als ze springen, lijkt het wel alsof ze snel even een springstok uit hun buidel hebben gehaald. En als ze aan het grazen zijn en traagjes vooruitwandelen, hebben ze precies 5 poten! Ze zetten namelijk eerst hun kleine, ietwat zielige voorpootjes op de grond, dan leggen ze hun staart op de grond, en daarna heffen ze hun twee immense achterpoten tegelijkertijd op (ze steunen op dat moment enkel op hun voorpoten en hun staart) om die een halve meter verder terug neer te zetten.

Vanuit de Grampians moesten we 500 kilometer door platte landbouwgrond, met als enige haltes de Giant Koala (Australiërs houden blijkbaar van immense beelden van koala’s, sinaasappelen, etc), het groene Nhill moeras, en de grens tussen Victoria en South Australia, waar we braafjes al ons fruit en groenten opaten / wegsmeten (na ongeveer 10 waarschuwingsborden over de boetes hadden we genoeg schrik gekregen). De laatste dag zijn we nog naar het oudste Duitse dorp in Australië geweest, Hahndorf. Nu zijn alle huizen langs de hoofdstraat toeristenwinkels geworden, maar ergens is een deel van de ‘Europese’ charme toch nog behouden.

Na al die prachtige natuur, dacht ik dat Adelaide misschien een beetje een schok zou zijn – terug de stad in, en zo. Maar dat bleek helemaal niet het geval: Adelaide was eerder een beetje een teleurstelling. Hoewel er meer dan een miljoen mensen wonen, is het stadscentrum erg klein en rustig, maar daarom niet echt charmant. Voor mij was het een beetje een voorbeeld van hoe stadsplanning fout kan aflopen: het (eerder kleine) centrum is volledig omsloten door groene zones, wat op zich leuk zou kunnen zijn, maar de parken zijn niet meteen supermooi onderhouden, en het centrum is eigenlijk volledig afgesloten van de buitenwijken.

Na die initiële teleurstelling, heb ik eigenlijk vijf best leuke dagen doorgebracht in de stad. Omdat er niet veel te zien was, heb ik het rustig aan gedaan: een paar keer naar de Central Market, die wel echt geweldig was (en met de herfst lagen er hopen prachtige, goedkope champignons van alle soorten voor het rapen), een aantal leuke museumbezoeken, een dagje gratis stadsfietsen gehuurd en naar het strand gefietst, en... oh ja, twee keer de chocoladefabriek bezocht :-).

Zo, aangezien dit verslag al vrij lang is en jullie misschien geen hele roman online willen lezen, zal ik het verslag over Marieke, de koetjes en de kalfjes voor een volgende keer houden. En zal ik maar een groot glas melk gaan drinken. Of vijf.

Vele groetjes, en bedankt voor jullie reacties, vind ik altijd super om te lezen!

PS: Ik heb een paar foto’s van Phillip Island aan het vorige verslag toegevoegd, die was ik vorige keer vergeten!

  • 19 Mei 2011 - 14:26

    Karolien:

    [(4 paar kousen + 1 paar beenwarmers) x 1 fleecetrui om m’n voeten gewikkeld + 2 broeken + (1 topje + 2 t-shirts met lange mouwen + 3 truien + 1 sjaal)] x (1 handdoek in de slaapzak + 1 erbovenop) = Marie die het warm genoeg heeft om te slapen bij temperaturen onder de tien graden

    > OMG Marie!!!! :D
    Kus!

  • 20 Mei 2011 - 14:20

    Ome Jo:

    Schuifke twee.

    Vraag me af hoeveel jaar de oceaan nodig gaat hebben om tot bij Ayerst Rock te raken. Aan twee cm per jaar moet dat lukken.
    Erosie langs binnen en langs buiten.

    Straks begint er een omgekeerde migratiegolf van Australië naar de rest van de wereld. Stel je voor wat een chaos dat zal veroorzaken. Ontzaglijke kettingbotsingen omdat ze aan de verkeerde kant van de weg willen rijden. Gerotzooi tussen buideldieren en reguliere zoogdieren (al die kontjes) en tot overmaat van ramp pinguïns die onder je auto gaan liggen.

    Het vestimentaire deel van je relaas deed het zweet op mijn voorhoofd parelen. Zelfs bij minder dan tien graden raak ik al ademloos en bevangen in meer dan twee lagen en dat is mijn beddengoed meegerekend. Efficiënt tegen muggen dat wel, maar bij die temperatuur zal er wel niet zoveel nachtelijk gezoem zijn.

    Nog eens merci (da's ook met chocolade) voor je relaas en tot een volgende ronde.

    Deze snaak gaat hier nog een kop koffie drinken vooraleer het volgende stukje werkdag aan te vangen. Koffie met een stukje "Noir" van Côte d'Or.

    Yummie!!!

    Ome Jo

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Australië, Prospect Hill

Marie

Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 168
Totaal aantal bezoekers 63282

Voorgaande reizen:

08 November 2010 - 16 September 2011

Tapagewijs door Azië

29 November 2010 - 09 Juli 2011

Down Under

07 September 2009 - 30 September 2010

Barcelona

17 September 2006 - 12 Februari 2007

Lisboa

04 Oktober 2005 - 16 Februari 2006

Soria

25 Februari 2012 - 30 November -0001

Una vida barcelonesa

Landen bezocht: